Gerard 3

Gerard 3

11e Hoogheid Gerard 3 1974
Adjudanten Paul Lankamp & Ben Morshuis

Gerard 3

Nen goei’n Siepel steet nich van wiet’n!

Carnavalsvereniging De Othmarridders vierde in 1974 haar eerste lustrum. Het 11-jarig bestaan moest gevierd worden. Het bestuur was op zoek gegaan naar een Prins die bij zo’n hoogtepunt hoort.

Vanwege het jubileum was er bij Hotel van der Maas in de zaal een groot projectiescherm opgehangen en de T.C. liet de afgelopen tien jaar de revue passeren. Na de tiende Prins gepresenteerd te hebben kwam plotseling Prins Gerard III met zijn grote voeten dwars door een projectiescherm de zaal binnengestapt. Hij was letterlijk en figuurlijk een grote Prins. In carnavalskringen was Prins Gerard III een bekend figuur. Elk jaar stond hij op de Zitting in de stiggelton met een prachtige buut. Ja, praten kon hij. Zijn toespraken vlogen hem de mond uit en zijn Adjudanten verzuchtten wel eens: ”Noe wodt toch tied da’j een kear stopt”.

Prins Gerard III had een geweldige steun aan zijn twee Adjudanten en het verhaal gaat nog steeds dat één van hen tijdens het siepelhangen bij de Hoogheid thuis het plan opvatte om de kanarie te leren zwemmen en om de goudvis de kunst van het traplopen bij te brengen. Het bleef natuurlijk ook bij dat plannetje, want Mientje, de prinses van Prins Gerard III was stapelgek op haar beestjes. Mientje zorgde ook altijd dat de Prins er perfect uitzag: de muts mooi recht, geen enkele onderscheiding scheef en zijn overhemd niet half uit de broek. In zijn dagelijkse leven was Gerard III actief bij de boerendansers als een geweldige harmonicaspeler.

Ook op de Siepelmarkt kwam je hem tegen. Vooral als de os aan het spit werd verkocht stond hij zijn mannetje. Op zijn aandringen werden er in zijn jaar twee ossen gebraden, want zei hij: ”D’r loopt ja ossens zat roond.” Ook in dat jaar werd door Oud-Prins Nilles en Oud-Prins Janus de Prinsengarde opgericht en zo kon Gerard na de 11e van de 11e meteen intreden in die illustere garde.