Harry 1

Op 20 januari 1969 leek het wel kermis in de zaal van De Rozenstruik. Een grote ’kop van jut’ staat daar opgesteld. Om 22.11 uur wordt het apparaat in werking gesteld en na een paar stevige klappen komt dan de nieuwe Hoogheid van De Othmarridders te voorschijn. Prins Harry I.

Dat jaar organiseert de Feestcommissie voor het eerst een alcoholvrij jeugdcarnaval. Ook Prins Harry I en zijn gevolg brengen die middag een bezoek aan dit feest. Vol verbazing merken ze dat ook voor hen een alcoholverbod geldt. ”Geen nood”, zegt Prins Harry, ”doo mie mear een fleske limonade.” ’s Avonds, op het Rosenmontagsbal, hebben ze de schade wel weer ingehaald. De zaal was tjok en tjokvol. En Prins Harry was de ster op de dansvloer. Met alle Truusjes, zo noemde hij elke dame, danste hij.  Zelf hoefde hij niet te vragen, maar hij werd door iedereen meegesleurd naar de dansvloer. De dinsdagmiddag was voor de bejaarden. Wat schetste echter onze verbazing? Een vereniging uit Oldenzaal wilde ook het bejaardentehuis binnen.

Na enige woordenwisselingen trokken de Oldenzalers de ”achterboks an” en dropen af naar de Boeskoolstad. De bejaarden hadden een prachtige middag die besloten werd met een polonaise waar onze Prins natuurlijk voorop ging. Vlak voor de 11e van de 11e kreeg onze Hoogheid van mevrouw Tonny Deinum een prachtig vaandel aangeboden met daarop de zwarte katten die al jaren het symbool van de vereniging waren. Op het afscheidsfeest zelf vertrok onze Hoogheid als Prins en stapte in een bouwkeet en kwam zo weer terecht in de wereld waar ook weer gewerkt moest worden.