Herman 2

Herman woonde nog maar zes jaar in Ootmarsum en dan al Prins van de Othmarridders. In die zes jaar had hij zich dan ook al danig ingezet voor het carnaval. Liggend in een grote slof werd hij in café De Nieuwe Roos de zaal binnengetrokken. Even later werden hem de bijbehorende versierselen uitgereikt door de voorzitter.

Om meteen het gevoel te krijgen wat bedoeld werd met zijn lijfspreuk, werd aan de carnavalsvierders een slof uitgedeeld. Dat werd natuurlijk een grote glijpartij op de dansvloer. Plannen die hij had: Prins Herman II wilde bijvoorbeeld alle hoekhuizen in Ootmarsum laten afbreken zodat het uitzicht voor automobilisten beter werd; op de Moerbekkenkamp had hij zich een fietscrossbaan bedacht. Van al die voornemens is weinig uitgekomen.

Op de receptie de andere dag kreeg hij van de Oud-Prinsen een vijfliterfles bier aangeboden, terwijl hij vlak daarvoor bij fotograaf Herman Haarhuis ook niet op een droogje had gezeten. Een bijzondere ervaring voor de Prins was dat hij bij het kindercarnaval samen met zijn twee adjudanten in de Klep de stormbaan moest nemen. De conditie was toen nog wel goed. Vrijdags daarvoor had Prins Herman II als eerste Hoogheid de basisschool ’n Profiet’ bezocht waar het bijzonder gezellig was.

De feesten in de stad werden druk bezocht en zo kon Prins Herman II op vastenavond terugkijken op een fijne tijd.