Jan 1

Jan 1

13e Hoogheid Jan Hesselink 1976
Adjudanten Gerard Wortelboer & Bart Rozendaal

Jan 1

Ie möj’t oweral honger kriegn, a’j mer in hoes komt ett’n!

Een grote voetbal rolde de zaal bij Hotel van der Maas binnen. Een spoor van zweetdruppels achterlatend. De bal wiebelde nog wat. Toen lag hij stil. Iedereen keek gespannen toe. Het papier scheurde en daar stond hij dan. De eerste Prins die de naam Jan zou dragen. Velen zouden hem nog volgen. Prins Jan I. De volle zaal juichte.
Een prachtige onderscheiding zou hij hebben. Maar die was niet klaar, dus moest hij het voorlopig doen met een reservemedaille. Het feest kon beginnen en daar zorgden zijn twee Adjudanten wel voor. Die waren door de wol geverfd. De zitting was dit jaar voor het eerst in de sporthal en meteen een geweldig succes.

Ook de pechmedaille werd dit jaar voor het eerst uitgereikt. Onze Hoogheid had zelf een geweldige grote koperen siepel gemaakt en hing die bij pechvogel Jan Koopmans om de hals.

Tijdens een van die carnavalsdagen brachten de Adjudanten na een feest Prins Jan I naar huis. In de Ganzenmarkt zagen ze dat er bij Slim werd ingebroken. De boeven hadden in de gaten dat ze betrapt waren en kozen het hazenpad. De achtervolging leverde niets op, want zo snel waren onze heren niet meer na dat feest….

Vol trots droeg Prins Jan I alle dagen een prachtige onderscheiding die hij via via van de Prins uit Aalst, de Siepelstad van België gekregen had. Zelden zag men in Ootmarsum zo´n gesoigneerd trio rondstappen. Kapper Spaltman had de heren een gratis knipbeurt toegezegd. Met de twee Adjudanten had de kapper nog wel even werk, vooral met die grote snor, maar met de Hoogheid was het vlug gebeurd ”Alleen dweiln” zei Prins Jan I.

Na zijn regeerperiode kon Prins Jan I terugzien op een prachtige periode. Op het stadhuis hadden ze hem al een hele tijd niet meer gezien, daarom werd hij bij zijn afscheid op de 11e van de 11e in een nagemaakt stadhuis gestopt en weggebracht.