Antoon 2

Antoon 2

Antoon 2

Kearls en vrouwleu, schoeft an!

Wat een opkomst op 31 januari van onze nieuwe Prins. De Technische commissie had een groot schip gebouwd dat  opgeblazen ging worden waardoor de Prins tevoorschijn zou komen. Er was veel rook, veel gehoest en geproest maar de ontploffing bleef uit. Helaas voor de Technische commissie.

Antoon II nam, zoals we het van hem gewend zijn, het eigen initiatief en sprong het schip uit. Een volwaardige Prins was hij. Naast zijn officiële taken moest hij personen die veel voor de vereniging gedaan hadden ridderen. Er kwamen eigen onderscheidingen. Diana Boom werd officier in de Orde van de Vergulden Kousenband en Lex Luttikhuis officier in de orde van de Vergulden Siepel. De Adjudanten werden Grootmeester van de Huisorde Othmar.

De eerste carnavalskrant, de Siepellocht, kwam in een oplage van 3000 stuks uit. Ook allerlei commissies zagen het levenslicht en zelfs op aandringen van de pastoor kwam er een adviescollege, bestaande uit de notabelen van de stad, met de bedoeling om die jonge honden van het carnaval in het gareel te houden. Of dat gelukt is?

Ook de optocht trok voor het eerst door de stad. Ongeveer 450 prachtig gekostumeerde kinderen liepen mee en Prins Antoon II met zijn Raad van Elf stond prinsheerlijk op zijn eigen prinsenwagen… een boeren zeilwagen… Ook deed dit jaar voor het eerst een Hofkapel, onder leiding van Lex Luttikhuis mee. Bij carnaval hoort muziek en vooral een eigen Hofkapel. Het carnavalslied was dit jaar geschreven door Gerard Broekhuis op de wijs ’Marie Mara Marouska ka’ en als refrein: ”He krig gin röst, mar wa völ döst van aal dat lekkre grei”.

Het eind van zijn regeringsjaar was vurig. Antoon II verdween in de tuin van Hotel de la Poste achter een groot Bengaals vuur nadat hij zijn afscheidswoord gehouden had in de stiggelton die nu nog elk jaar de plaats is van de buut’nreedners op onze gala.